Vakantie (2010)

Werk en vakantie
In de regel, die sinds de 13e eeuw geldt voor de orde van de Franciscanen, staat iets behartigenswaardigs over arbeid. Heel kort samengevat komt het erop neer: loop jezelf niet voorbij! Franciscus van Assisi schreef: "Die broeders en zusters aan wie de Heer de genade heeft gegeven om te arbeiden, moeten trouw en toegewijd aan God arbeiden en wel zo, dat zij nietsdoen, de vijand van de ziel, buitensluiten en de geest van heilig gebed en van toewijding aan God niet uitblussen, waaraan al het tijdelijke dienstbaar moet zijn."

Het is een vrome tekst, waar niet-kloosterlingen en 21e-eeuwers zoals u en ik even doorheen moeten kijken. Voor ieder van ons staat hier toch iets wat tot nadenken stemt. Je zou even kunnen denken dat Franciscus hier een calvinistische arbeidsmoraal propageert (altijd nuttig bezig zijn). Maar ieder die hem kent weet dat de heilige als geen ander genieten kon. Hij zocht regelmatig de stilte, en vanuit innerlijke vrede was hij in staat andere mensen werkelijk te ontmoeten. Arbeid is voor hem iets noodzakelijks om aan eten te komen. Wie niet kon werken ging uit bedelen. Een bezield bestaan in verbondenheid met al wat is, dat stond Franciscus voor ogen als levenswijze voor zijn broeders. En dankbaarheid was de grondtoon van die levenswijze. Een bezield bestaan, in de werksituatie en daarbuiten, het is tegenwoordig iets waar veel mensen naar op zoek zijn. Ze putten daarbij ook uit de leefregels die mensen als Franciscus en Benedictus geschreven hebben.

In het Franciscaans Maandblad van juni schreven mensen die vanuit de spiritualiteit van Franciscus willen leven over hun vakantie. Het zijn in de natuur en het onthaasten scoorden hoog. Zij willen meer reiziger zijn dan toerist. Een toerist wil zoveel mogelijk zien en gaat naar de verste oorden, om er geweest te zijn. Een reiziger lijkt meer op een pelgrim: de reis, het onderweg zijn is even belangrijk als het doel. Het onderweg zijn gebeurt met aandacht; hij of zij staat dan ook veel meer open voor het onverwachte dat zich uit de omgeving of van binnenuit aandient. De beleving van tijd verandert. Een week wandelen duurt bijvoorbeeld langer dan een week fietsen, omdat de ervaring van het zijn in de omgeving intenser is. Paul van Tongeren schreef: "Op reis gaan is ervaren, dat de tijd verstrijkt. De eerste vakantiedag duurt altijd erg lang, de laatste juist erg kort. Dat wordt versterkt door de snelheid waarmee je reist. Maar bij de wandelaar houdt de tijd gelijke tred. Bij tripjes en toeristische vakanties vinden we het jammer dat het alweer voorbij is. We hadden nog zoveel willen zien. Het programma lijkt dus te vol. De wandelaar kent die ontevredenheid niet. Hij kan onderweg mijmeren en nadenken, maar ook naar de bloemen en de planten kijken en daarvan genieten. Aan de einde van een wandeldag is het genoeg geweest."

Ieder die in de vakantie gaat reizen wens ik de beleving toe van de reiziger en de pelgrim. Meer bezield leven wordt mogelijk als je onthaast. Want dan ga je onbevangener waarnemen wat er in jezelf leeft en wat er van buiten af op je afkomt. Ook wie niet gaat reizen wens ik toe: de ervaring van ruimte en tijd om van binnenuit als vrij mens te leven. Beperkingen brengen grenzen met zich mee. Maar wie als reiziger, als pelgrim door het leven gaat ontdekt steeds opnieuw ruimte, hoe eng de grenzen ook zijn. Een goede reis toegewenst!