Oudjaar 2003

Zo hier en daar staat er nog eentje: een duveltje. Dat is zo'n gietijzeren kacheltje in de vorm van een dikke pijp. Daar heeft een parochie veel van weg, elk jaar en ook in het voorbije. De naam past wel niet zo goed bij een parochie. Het is een heel gedoe om met papier, kleine houtjes of van die stinkende aanmaakblokjes het vuurtje op gang te krijgen. Daarna flinke blokken erop en bij houden. Al ruim 40 jaar lukt dat aardig met ons kacheltje, de Lidwinaparochie.

Ook dit jaar waren er van die momenten waarop ik dacht: "t begint hier koud te worden". Dan moesten er weer nieuwe blokken op. Vroeger stond een pastoor daar alleen voor, zij het belangrijk gesteund door kapelaans en paters, broeders, fraters en zusters in de buurt. Als een zangkoor wat begint uit te dunnen gaan de leden tegenwoordig zelf op pad naar nieuwe leden. Dat is dan ook de enige manier om op peil te blijven. Ook andere werkgroepen staan voor die opgave en dat is soms een heel gesprokkel. In het kerkbestuur zaten we een tijdje zonder secretaris. Gezocht naar een vrouwelijke secretaris. Is uiteindelijk toch een man geworden die doorkneed is in het karwei: de heer St.Hukkelhoven, rechterhand nu van de nog verse voorzitter, de heer E.Pluijm. Het kacheltje is weer even op temperatuur, maar rustig er naast gaan zitten is er niet bij. In de voorbij jaren renden we van het ene technische mankement naar het andere: het voegwerk van de kerk, de elektrische bedrading, de geluidsinstallatie, de verwarming, het orgel en toen de dakbedekking. Allemaal belangrijk, maar de warmte van een parochie moet vooral van de mensen komen en daarnaar zullen we met z'n allen haastig op zoek moeten gaan wil het vuurtje niet uitgaan.

Toen ik 21 jaar geleden hier als pastoor aantrad schreef het bisdom in de benoemingsbrief de overbodige en weinig bemoedigende opmerking dat ze hadden geaarzeld of ze voor de Lidwinaparochie nog wel een nieuwe pastoor moesten benoemen. De bereidheid om mettertijd er nog een parochie bij te nemen had hen doen besluiten toch te benoemen. Twee jaar geleden lekten de daken van kerk en pastorie en weer meende de bisdommelijke beheerscommissie zich te moeten afvragen of kerk en parochie wel gehandhaafd konden worden. We hebben het vuur weer lekker kunnen oppoken; de twijfel is weer even weg.

In de beginmaanden van dit jaar leken we op een debacle aan te sturen omdat er iets belangrijk fout was gegaan met de financiën. Ons kacheltje leek koude lucht te gaan uitstralen; we voelden de hete adem van bisdommelijke pessimisten in de nek. Dankzij onze nieuwe penningmeester en vooral de welwillendheid van onze parochianen kon via nagestuurde acceptgirokaarten het gevaar weer bezworen worden.

Voor het op gang houden van een parochie zijn een paar brandstoffen onontbeerlijk:

Ten eerste: Het kerkgebouw moet niet leeg lopen. Daarover hebben we gelukkig niet te klagen zeker in vergelijking met andere kerken.

Ten tweede: Het moet financieel in evenwicht zijn. Ook dat is in orde en door het mede-kerkgebruik van de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt verlicht.

Ten derde: Er moet een pastoor of pastor zijn. Ook dat is geen probleem. Zelfs als ik "de pijp uit ga" is er nog altijd pastor H.v.d.Laar en met wat samenwerking met de Odulphus en anderen kan dat opgelost worden.

Tenslotte: Een parochie moet over voldoende draagkracht beschikken.Daarmee wordt bedoeld dat er voldoende mensen zich ter beschikking stellen om een aantal elementaire taken van een parochie te kunnen vervullen. De liturgie vraagt in onze dagen om daadwerkelijke inzet van vrijwilligers. Een parochie die niet in staat is om b.v. de avondwake voor een overledene te verzorgen toont te weinig draagkracht en wordt daardoor in het bestaan bedreigd.

Tot nu toe ging ook dit goed. Dus terugkijkend zat het goed. Maar we kijken natuurlijk ook vooruit en dan zal vooral in het komende jaar blijken of we niet alleen de liturgie, maar ook het ziekenbezoek, de Vormsel- en Eerste Communievoorbereiding, de kerkschoonmaak en versiering in leven kunnen houden.

Ook al ging dat nu nog goed, het is als met die kachel: zorg voor nieuwe blokken, anders gaat ze uit.

We kijken dus met dankbaarheid en een zekere voldoening terug. Die dankbaarheid gaat naar de individuele mensen, waarvan de naam in een lange lijst staat. En met zorg, maar ook met vertrouwen, kijken we vooruit. Eind volgend jaar hopen we weer een positieve balans te kunnen opmaken. Of het een goed, zalig, voorspoedig en gelukkig nieuw jaar wordt hebben we vooral zelf in handen.Nu nog een wens: Gelukkig Nieuwjaar! ²