Onder gelijken (2013)

Mensen die het maatschappelijk of politiek voor het zeggen hebben staan natuurlijk bloot aan kritiek van alle kanten.

Daar raken ze zozeer aan gewend dat ze er op den duur totaal niet maar bevattelijk voor zijn.

Het gevolg is dat ze het gelijk altijd aan hun kant hebben.
Het is vanzelfsprekend dat ze fouten maken, maar dat zien ze zelf niet meer.

Iedereen maakt fouten, zij niet.

Het komt dan ook maar zelden voor dat zo'n hoge Piet in alle eerlijkheid bekent fouten te hebben gemaakt.
Toch komt het voor, een enkele keer.
Zoals die burgemeester Leers van Maastricht en zo zijn er nog wel een paar.

Fouten bekennen lijkt een aanslag te doen op het prestige, terwijl het juist getuigt van een zekere grootmoedigheid.Onder hoge kerkelijke leiders is het niet anders.
Het zijn er een hele boel en ze maken heel wat fouten.
Je zou bijna zeggen dat het kerkelijk instituut nog steeds overeind staat is onbegrijpelijk als je bekijkt wat ze door de eeuwen hebben uitgespookt.
Maar toegeven dat dit zo is doen ze zelden.

De hele wereld om hen heen ziet en zegt dat ze fout zitten maar dat toegeven en erop terug komen dat gebeurt zelden.

Toch gebeurt het: Toen een journalist aan onze nieuwe paus Franciscus vroeg: "Wie bent U, wat zegt u van uzelf?" Antwoordde hij prompt: "Ik ben een zondaar."

Hij lichtte dat zelfs toe door te bekennen dat hij, in de tijd dat hij overste was bij de orde van de Jezuïeten, dat hij toen soms dictatoriale maatregelen had genomen en die fout bleken te zijn.
Hij zei: "Daar heb ik echt spijt van".

Daar wordt je toch even stil van; een paus die fouten heeft gemaakt en dat ook nog toegeeft.
Dat geeft te denken.

Want in het evangelie van vandaag wordt die vraag ook bij ieder van ons neergelegd: "Durf je te bekennen dat je ook maar een zondaar bent, niet slechter maar ook niet beter dan een ander?"

Wat valt er dan aan fouten te bekennen?
We zijn toch niet hebzuchtig, onrechtvaardig of overspelig en we weten ons iets te ontzeggen en geven regelmatig aan het goede doel.
Het is de lofzang op zichzelf van die farizeeër.
Of zouden we moeten bekennen als we weinig of niets verkeerd doen dat we anderzijds ook te weinig goeds doen.
Dat hebben we niet zo gauw in de gaten omdat we misschien erg op onszelf gefocust zijn.

Om dat te doorbreken is er aandacht en belangstelling voor medemensen nodig, mensen in onze directe omgeving, waar we aan voorbij lopen en die toch even goed zijn als wijzelf.

Een ding is zeker: voor God zijn we allemaal gelijk.
Daarvan getuigt Jezus meer dan eens en we doen er goed aan ons daarnaar te gedragen.

Alleen bij God vergeleken zijn wij maar heel klein.

Het wordt ons even voorgelegd: Achten we ons misschien wat hoger of beter dan een ander, zien we onze tekorten nog wel?
Sommigen voelen zich minder dan de ander, missen respect en waardering voor zichzelf.
Zouden wij daar niet schuldig aan zijn.
Dat is toch het andere uiterste, daar moeten we wat aan doen.

Misschien moeten we wel bekennen dat we boos zijn geworden in een conflictsituatie en dat we kwetsbare dingen hebben gezegd.
Als we elkaar als gelijken zien dan kunnen we het beste naar boven halen, elkaars eigenschappen erkennen en elkaars tekorten verdragen.
Het evangelie van vandaag vraagt het, onze paus durft het te zeggen: "Ik ben een zondaar".

Als we dat voor onszelf ook een beetje kunnen toelichten kunnen we gerechtvaardigd naar huis gaan.

Moge dat zo zijn.

Amen