1e zondag van de advent B - 2005

Zusters en broeders,

November is bijna voorbij, de dagen worden nog korter dan ze al waren, donkerte verdringt het licht, de natuur staat stil, het jaar loopt naar zijn einde. Een periode waarin mensen zich wel eens in zichzelf willen terugplooien, waarin wat meer wordt nagedacht, en waarin vanuit de donkerte, de stilstand en de bezinning nieuw verlangen groeit. Kinderen verlangen naar Sinterklaas, naar Kerstmis en naar Nieuwjaar. En volwassenen verlangen naar warmte, zon, licht, een nieuw begin. Op een of andere manier hopen we immers altijd dat het nieuwe iets goeds, iets beters zal brengen, en het is goed dat we dat doen, want wie niet meer kan hopen, wie niets of niemand meer heeft om naar te verlangen, leeft niet echt. Hoop en verlangen zijn twee van de drijfveren van ons bestaan.

Ook het kerkelijk jaar kent die gang van komen en gaan, van toegroeien en weer openbloeien. Dat groeiproces is niet opgehangen aan de gang van de seizoenen, wel aan de grote feesten: Kerstmis, Pasen, Pinksteren. Vorige week vierden we het feest van Christus Koning, en dat was meteen het einde van het kerkelijk jaar. Vandaag beginnen we een nieuwe cyclus van verlangen en weer opengroeien, en op die tocht worden we begeleid door de evangelist Marcus. Die is van een heel ander kaliber dan Mattheus, die tot vorige zondag onze begeleider was. Mattheus is als een bezonnen leermeester die zijn evangelie ophangt aan vijf grote redevoeringen, waarin Jezus zijn hele leer verkondigt. Marcus daarentegen lijkt soms als een turbo door het leven en de werken van Jezus heen te vliegen. Tekenend is de eerste zin van zijn evangelie: "Begin van de goede boodschap van Jezus Christus, Zoon van God." Wie enige twijfel mocht koesteren, kan die meteen al opbergen. Twijfelen? Waaraan dan wel? Jezus is de Zoon van God! Hoe heel anders klinkt dat begin bij Mattheus. Bij hem luidt de eerste zin: "Afstamming van Jezus Christus, zoon van David, zoon van Abraham." Ook Zoon van God? Jawel, maar dat zal pas veel later blijken.

Dit jaar dus Marcus, en dat zullen we geweten hebben. Ook vandaag. Niet minder dan vier keer spoort Jezus zijn leerlingen en uitdrukkelijk ook ons in deze toch korte evangelielezing aan tot waakzaamheid. "Wees op uw hoede, wees waakzaam; want gij weet niet wanneer het ogenblik daar is." Het ogenblik van het Rijk Gods.

Zusters en broeders, het is vandaag de eerste zondag van het nieuwe kerkelijk jaar, dus de eerste zondag van de advent. Ook dit nieuwe begin gaat gepaard met hopen en verlangen. Verlangen naar broederlijkheid en vrede, naar licht en liefde, naar een nieuwe wereld. ‘Advent, dat is dromen dat Jezus zal komen', zingen we in een van onze adventsliederen. Dromen dat Jezus zal komen... Verlangen naar zijn komst in ons leven en hopen dat zijn woord echt leven wordt in deze wereld. Zijn woord van gerechtigheid en vrede, van liefde en broederlijkheid.

En advent is ook Welzijnszorg. De zorg om de hoop en de noden van onze medemens. Dit jaar onder de slagzin: "Huishouden vraagt energie". Misschien een wat merkwaardige zin, maar wel heel toepasselijk in deze adventstijd, een tijd waarin we uitzien naar licht, het licht van Jezus' komst. Welnu, zo zien veel mensen uit naar gewoon licht, van dat licht dat je krijgt als je de elektriciteit aanschakelt. Als je tenminste elektriciteit hebt, als je energietoevoer tenminste niet afgesloten is omdat je niet kunt betalen.

Daarover gaat Welzijnszorg dit jaar: over het feit dat in het rijke Vlaanderen enkele tienduizenden gezinnen geregeld zonder energie, zonder gas en zonder stroom gezet worden, omdat ze niet kunnen betalen. Dikwijls gaat het om alleenstaande moeders met kleine kinderen, en altijd gaat het om kansarmen, om mensen die sowieso al problemen genoeg hebben. En dan dat er nog bovenop. Geen licht, geen warmte, geen warm eten, niets. Daarover gaat de Welzijnscampagne. Een campagne die we nu al een warm hart toedragen.

Zusters en broeders, ik wens ons allen toe dat onze droom dat Jezus zal komen niet bij een droom blijft, maar dat we die droom ook waar willen maken. Voor onszelf, maar ook voor mensen in nood. Amen.