1

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 419 niet laden

Ik zit in het vliegtuig, op weg naar India. Links van mij zit een jonge man, verstijfd van angst. Hij is lijkbleek, het koude zweet breekt hem uit. Rechts van mij zit een indiër. Hij is duidelijk rijk, hij is behangen met goud. Hij blijkt juwelier te zijn. Hij praat met mij over geld, over zijn carrière en over de genoegens van het leven. En dan vraagt hij opeens: Wat is er met uw vriend links van U aan de hand? Ik zeg: Hij is bang. Hij heeft vliegangst. De indiër begint hartelijk te lachen. Hij buigt voorover en zegt tegen mijn linkerbuurman, terwijl hij zijn lachen onderdrukt: "Ben je bang om te sterven? Je leven is niet van jou hoor, het is van God. Waarom zou je bang zijn om iets te verliezen wat niet van jou is? Laat Hem maar zorgen voor wat van Hem is!" De "ik" in deze anecdote, die "ik" is niet die van mijzelf. Het is de later geëxcommuniceerde (de door de kerkleiding buiten de kerkgemeenschap gestelde) Italiaanse priester Don Mario Mazzoleni die deze anecdote vertelt in het eigenaardige maar ook interessante boek "Een katholieke priester ontmoet Sai Baba" dat U bij boekhandel De Slegte in de Kalverstraat nog altijd voor een paar euro kunt kopen ... "Je leven is niet van jou hoor, het is van God (...) Laat Hem maar zorgen voor wat van Hem is!" - dát, veelgeliefden, is in elk geval een orthodoxe gedachte; een gedachte "recht in de leer"; een basis-gedachte, bovendien, die eigen is aan bijna elke vorm van religie die op aarde bestaat ... dat ons leven niet ten diepste onszélf toebehoort maar God; en dat wij ons dan ten diepste ook toe mogen vertrouwen aan Zijn zorg ... "Heer, U bent onze vader, wij zijn de klei, door U gevormd, wij zijn het werk van uw handen" - zó horen wij het ook bij de profeet Jesaja deze morgen. En in het evangelie van vandaag is er de gedachte dat die Heer van ons leven "op reis is", Hij is tijdelijk uit het gezicht verdwenen, máár Hij kan elk moment terugkomen; en in de tussentijd moeten zijn dienaren (die elk een eigen taak hebben gekregen) "op de winkel", op het huis passen. En: "laat Hij jullie niet slapend aantreffen wanneer Hij plotseling komt ..."

hoe staat het ermee? Hoe gaat het met de dienaren? Hoe doen ze 't? Hoe is de toestand op aarde, in Europa, in Nederland? Hoe is 't gesteld met uw eigen leven en uw eigen ziel? Wat gaat daar om? Waar zijn we mee bezig? Van de week was ik aanwezig op een bijeenkomst voor priesters waar gesproken werd door kardinaal Simonis. Op de zoëven gestelde vragen gaf de kardinaal daar feitelijk antwoord en wèl een nogal schril antwoord. Ik citeer uit zijn toespraak. Hij zei, de kardinaal: "We leven de laatste decennia in een tijd die gekenmerkt wordt door versnelling en vervlakking, en die twee fenomenen hebben direct met elkaar te maken. Ik kan die nauwe onderlinge relatie aanschouwelijk maken middels de wetten van de dynamica. Immers: hoe vlakker en gladder het object is, hoe minder de luchtweerstand en hoe sneller het zich dus voortbeweegt. Deze wetmatigheid gaat óók op voor de moderne mens: hoe vlakker de geest, hoe sneller er geleefd kan worden. Verdieping vertraagt, gerichtheid op het hogere remt af en we weten: alle vertraging is tegenwoordig uit den boze. Die weg van de minste weerstand staat tegenwoordig bij iedereen voorgeprogrammeerd in de routeplanner van zijn of haar leven - hoe minder weerstand, hoe sneller het doel bereikt wordt. En dat doel is levensgeluk. Niks minder, maar zeker ook niks meer. Het doet me denken (aldus nog steeds de kardinaal) aan de manier waarop sommige asielzoekers worden afgeserveerd: "Het zijn gelukzoekers". Maar eigenlijk is die term op de moderne mens van toepassing: dát is een gelukszoeker. En zodra iets tegenzit, tegenvalt of tegenstaat wordt de oplossing gezocht in een snelle verandering. Er wordt niet de tijd genomen om ergens overheen te groeien. Die houding manifesteert zich in alle aspecten van het leven: een godsdienst belijden is reli-shoppen geworden, een carrière bestaat uit het vaak wisselen van baan, het liefdesleven is verworden tot een aaneenrijging van meer of minder kortstondige relaties. Een gemaakte keuze hoeft niet meer levenslang mee te gaan: het geduld in de huidige samenleving is op." Tot zover de kardinaal - een kardinaal die duidelijk een niet zo gunstig idee heeft over onze huidige cultuur. Maar dat wisten we al van de kardinaal ...

Nou kunnen we op basis van de eerste lezing van deze zondag, uit de profeet Jesaja, hier wel tenminste één kant-tekening bij plaatsen: ook in Jesaja's dagen waren er al mensen die wanhoopten aan God; mensen die weinig van God merkten: "U bent niet meer met mij begaan, uw ontferming gaat aan mij voorbij" zo citeert Jesaja zulke mensen. De mensen zijn van God vervreemd, van God los geraakt - óók al in Jesaja's dagen. En dat afdwalen wordt nu bij monde van Jesaja God zélf nota bene voor de voeten geworpen: "Waarom, Heer, liet U ons afdwalen van uw wegen? Waarom hebt U ons onbuigzaam gemaakt, zodat wij geen ontzag meer voor U hadden?" Er is sprake van gevoelens van wroeging en spijt bij de mensen: "Hadden we maar de oude weg gevolgd, dan zouden we worden gered. Wij allen zijn onrein geworden, onze ongerechtigheid is als het kleed van een verwelkte vrouw. Wij allen zijn als verwelkte bladeren, verwaaid op de wind van ons wangedrag. Er is niemand die uw naam aanroept, die zich ertoe zet uw hand te grijpen. U hebt uw gelaat voor ons verborgen, U hebt ons moedeloos gemaakt en ons overgeleverd aan ons eigen wangedrag ..." "Er is niemand die uw naam aanroept". Het lijkt het tegenwoordige Nederland wel. Kardinaal Simonis zei: "In vroeger tijden werden christenen actief vervolgd - hun geloof deed ertoe en dus werd het bestreden. Nu ontmoet het geloof in het westen vooral onverschilligheid: "Doe wat je wilt, als je mij er maar niet mee lastig valt". In zo'n situatie als gelovige volharden is zwaarder dan ooit, want waarin je gelooft wordt als niet relevant bestempeld. Gods stem wordt bijna niet gehoord (...), men lijkt Hem niet meer te kunnen verstaan."

"Er is niemand (...) die zich ertoe zet uw hand te grijpen" zegt Jesaja. Maar kardinaal Simonis zei van de week: "Wie wil kan de de uitgestoken hand van God wel degelijk zien." En hij tekende erbij aan: "Vaak komt er openheid voor God's roepen in een periode van persoonlijke twijfel of crisis. Eigenlijk maakt God op zulke momenten een soort omgekeerde beweging naar de mens toe. Hij test zijn of haar ongeloof, Hij geeft de keuze of men in de afwending van God wil volharden. Het probleem in de huidige gesaeculariseerde cultuur is dat die volharding in het ongeloof vaak niet gebaseerd is op een bewuste keuze, maar voortkomt uit geestelijke luiheid en gebrekkige kennis. Maar bedenk: wie wil kan de uitgestoken hand van God wel degelijk zien. En het is ook aan ons om die uitgestoken hand van God te zijn."

Deze laatste woorden van de kardinaal - ik denk dat ze bevestigd worden door de profeet Jesaja. Als jij je voor God opent, als jij naar Hem vraagt, als jijzelf Hem aanspreekt, als jij tot Hem bidt en je leven gestalte tracht te geven conform de stem van God zoals die bij jou van binnen altijd ergens reeds klinkt, zoals diezelfde stem ook te horen is in de Heilige Schrift; als je luistert naar God in alle betekenissen van het woord - dan merk je dat Hij, dat God naar jou toe komt - zoals Jesaja ook zegt: "U komt ieder tegemoet die van harte rechtvaardig handelt, die uw weg gaat, met U voor ogen." Na Don Mario Mazzoleni en kardinaal Simonis te hebben geciteerd wil ik nu ook nog (en dit tot besluit van deze verkondiging) uitgebreid citeren Vader Abt, abt Gerard Mathijsen van de abdij van Egmond die op zijn beurt de parels waar hij mee komt, in de adventsbrief van de abdij van verleden jaar; die parels heeft hij deels ook weer bij anderen gevonden. Ik citeer dus opnieuw, abt Gerard ditmaal: "Onze ziel wordt gevoed door verlangens, en niet door de vervulling ervan." Deze uitspraak van Arthur Schnitzler (dat is een Oostenrijkse toneelschrijver van rond 1900) wordt door Anselm Grün (een hedendaagse auteur van geestelijke literatuur; ook een benedictijner monnik); Schnitzler wordt geciteerd door Grün "in misschien wel zijn mooiste werk" zegt abt Gerard, namelijk: het "Boek van verlangen". Abt Aelred van Rievaulx (weer een andere grootheid - uit de Middeleeuwen); abt Aelred heeft al gezegd dat datgene waarnaar wij lange tijd hebben verlangd des te meer zal worden gesmaakt. Geluk is de vervulling van iemands verlangen. Mensen leven soms in omstandigheden waarvan anderen dromen. Maar zij zijn ontevreden en lusteloos, omdat wat zij beleven bij hen geen weerklank vindt. Wie niet muzikaal is, verveelt zich bij een concert dat een ander in vervoering brengt. Daarom is het uitzuiveren en cultiveren van verlangens belangrijker dan het najagen van de vervulling van wat wij begeren. Begeerte maakt onvrij, verlangen verruimt. De advent kan voor ons christenen een kostbare leerschool zijn in het koesteren van waardevolle verlangens: maak ons in dit vergankelijk bestaan gevoelig voor het geestelijke en bedacht op wat blijft doet de liturgie bidden op de Eerste zondag van de Advent, en op de Tweede zondag: laat geen aardse zorg of bezigheid ons beletten uw Zoon met spoed tegemoet te gaan. De soberheid van de adventsliturgie richt ons op de komende werkelijkheid, en opent ook de ogen voor het unieke van de tijd waarin de ziel van de mens door goede verlangens ruimer kan worden. Deze deugddoende soberheid contrasteert met de consumptieve maalstroom van de reclame, die een soort surrogaat paradijs voorspiegelt." Tot zover abt Gerard. En nu is het aan U en aan mij, na deze overvloed aan schriftuurlijke en priesterlijke en kardinale en abbatiale wijsheid om daar iets mee te doen, heel eenvoudig, in het leven van alledag; om juist in deze adventstijd de kwaliteit van uw leven en dat van anderen te versterken, te intensiveren. Ik wens U en mijzelf daar veel succes mee. Amen