8e zondag door het jaar

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden

Jezus wil niet dat wij de dag van morgen vergeten. Hij spoort ons aan er niet zo mee bezig te zijn, dat we de dag van vandaag niet zouden beleven als een dag van de eeuwigheid, als een dag door God gegeven, om ook een kind het leven te geven, om een vriend uit te nodigen, om vruchten voort te brengen en te plukken. Hij spoort ons aan de dagen te nemen voor wat ze zijn en voor wat ze maar zijn.

De eeuwigheid begint zodra een mens begint te leven. Als de dag alleen maar dient om het leven voor ‘s anderendaags te voeden en het lichaam voor ‘s anderendaags te kleden blijft er niets van over. De dag van morgen moet nog komen, wij weten niet wat hij brengt, terwijl die van vandaag nooit meer terugkeert. Hij is het waard voor zichzelf beleefd te worden.

Jezus spoort ons aan alles te plukken wat vandaag rijp is, te ploegen voor wat morgen moet gezaaid worden, te zaaien voor wat morgen moet rijpen. Maar dan basta.

De vogels "zaaien niet en maaien niet", maar geen vogel-ogenblikje staan ze stil. Ze werken en bouwen de hele dag, maar ‘s avonds gaan ze slapen. De "leliën in het veld arbeiden noch spinnen", maar ze halen hun voordeel uit elk straaltje zon en uit elke druppel regen. ‘s Morgens gaan ze open maar ‘s avonds gaan ze dicht.

Het evangelie is één verhaal over boeren en vissers en herders en wijnbouwers. Alles werkt er en iedereen is er bezig: het veldgewas, het riet, de tarwe, de mosterdboom en de wijngaard; de haan kraait de dag open, de schapen grazen hun portie in de parabels, de koe sukkelt van graaslust op sabbat in de gracht; de vrouw zoekt haar verloren drachme, de tollenaar int in zijn tolhuis de belasting, de priester doet zijn beurt in de tempel en de Farizeeër leest zijn rollen. Het is één bedrijvig schilderij van Bruegel.

En toch is het Evangelie het leerboek over de volmaakte rust. De leerling weet dat Jezus zelf een werker was, dat de menigten Hem weinig rust gunden, dat Hij aanspoorde te bidden opdat de Vader arbeiders zou zenden in de oogst, maar toch vindt hij vooral rust bij Hem.

Jezus spreekt over de Vader, die voor alles en voor allen zorgt, voor de natuur, de planten, de dieren en de mensen. Hij spreekt als een ernstig man tot ernstige mensen, die de prijs van de arbeid en de rust kennen.

Waarin bestaat zijn geheim dat hen zo boeit? Hij is zelf het geheim. Hij fascineert omdat Hij in zijn opdracht zich helemaal aan God toevertrouwt, die zijn opdrachtgever is. Meer nog, zijn werk is het werk van zijn Vader. Dat geeft Hem de kracht om te werken, geloof in zijn werk, liefde voor zijn werk en hoop dat zijn werk vrucht zal dragen. Jezus is zeker van de liefde van zijn Vader. Het gaat goed tussen Hem en zijn Vader. Meer, Hij en zijn Vader zijn één.

Dat is het geheim van deze bladzijde uit de bergrede. Hoe verder de mensen van God verwijderd leven, des te ergerlijker lijkt hun Jezus' leer over de arbeid én over de rust, des te minder zijn ze in staat er iets van te begrijpen.

Er zijn er die er iets van begrijpen. Het is altijd goed bij hen te zijn. Iedere dag is voor hen wat hij maar is, bevat iets dat voorbijgaat, maar is ook wat hij waarlijk is: een dag in Gods aanwezigheid, een ei van het leven, waaruit de eeuwigheid gepuurd wordt, een dag in de reeks van dagen waaraan geen einde komt.

Zij die Jezus' bergrede begrijpen, zijn zij die ook Gods antwoord aan Sion begrijpen: "Kan een vrouw haar zuigeling vergeten? En ook al zou een moeder haar kind vergeten, neen, Ik vergeet u nooit"! Dat is hun genoeg om te werken en te rusten...