God en de geldduivel

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden
De waarschuwing is ons bekend: 'Je kunt niet tegelijk God en de mammon - de geldduivel - dienen.' Wij brengen die woorden spontaan in verband met passages waarin Jezus het tegen de rijken heeft. Wie zijn die rijken? Niet wijzelf, maar dege-nen die meer bezitten dan wij. Jezus heeft het dus niet over ons, maar over anderen.

Wie goed leest en ook let op de context van die woorden, moet echter toegeven dat het niet alleen over rijken gaat, maar over iedereen die zich zorgen maakt over eten en drinken en kledij. En wie van ons is daar niet mee begaan? Het gaat om onze zorg over de middelen om ons vege lijf in stand te houden. Dat zijn heel gewone dingen die moeten dienen om het leven leefbaar te maken: voedsel, kleding, woning, een wagen, geld enzovoort. Datgene waarvoor wij 'ons brood verdienen' .

Let daarmee op, zegt Jezus, want ook dat is mammon! Mammon is alles wat middel is en middel moet blijven. Een middel dient voor iets anders. Jezus heeft er niets op tegen dat wij allerlei middelen gebruiken, maar Hij waarschuwt ervoor dat die middelen weerspannig kunnen zijn. De dienaartjes hebben namelijk de taaie neiging om zelf heertjes te worden.

Ik ken een man die op vier kilometer van zijn werk woont. Hij heeft geen kinderen en verdient goed zijn brood. Onlangs heeft hij een grote wagen van een bekend Duits merk gekocht. Hij is een echte huisduif. Zegt hij mij: 'Ik moet nu toch eens een grote reis maken.' Wie zegt hem dat dit 'moet'? Die auto zegt hem dat. Het middel is er en bepaalt nu zelf het doel. Wie zegt aan de blokkende student dat zijn radio de hele dag moet aanstaan? Die radio zelf zegt dat. Als de radio namelijk niet speelt, moet je helemaal geen radio hebben. Het dienaartje gaat bevelen wat er moet gebeuren. Het is zelf heer geworden.

Let daarmee op, zegt Jezus. De volksmond zegt iets in die aard: 'Geld maakt niet gelukkig.' En ook: 'Je moet eten om te leven en niet leven om te eten.' Jezus stuurt echter op een veel scherpere vraag aan: wie of wat beheerst je leven eigenlijk? Wie is heer? Zijn het misschien de dienaartjes zoals eten en drinken en kledij en woning? Dat stelt Hij onverbiddelijk aan de kaak. Niet omdat Hij er iets op tegen heeft dat mensen het materieel goed hebben. Jezus is geen zure asceet. Maar Hij spreekt in naam van Iemand die helemaal Heer van ons leven wil zijn. Die duldt geen concurrenten naast zich. In zijn koninkrijk is Hij de enige Heer.

Jezus houdt daarmee geen pleidooi voor zorgeloosheid. Mensen zijn immers zorgende wezens. Kwestie is dat ze bezorgd zijn om datgene waar het echt op aankomt. Daarin is Jezus radicaal: 'Zoek eerst het koninkrijk en zijn gerechtigheid.' Al de rest komt dan wel in orde. Letterlijk. Het zal dan ook op zijn juiste plaats komen. Waar de ware Heer heer mag zijn, kennen de dienaartjes hun plaats. En daar blijven ze dan ook.