Evangelieprikje 2014

Ik weet niet of u de film “Dead man walking” nog kent, het is ondertussen al een oude film, maar toch. Het vertelt het verhaal van een zuster die een ter dood veroordeelde bij staat. De veroordeelde is één van de mannen die een vrijend koppeltje uit elkaar haalden, de jongen doodden, het meisje verkrachten en dan ook haar doodden. Eén van de ouders van de slachtoffers is gelovig en begrijpt niet hoe zuster het in haar hoofd haalt om zo iemand bij te staan. Bij momenten slaat ook de twijfel toe bij de zuster. De katholieke vader uit de film, die gebaseerd is op een waar gebeurd verhaal, zal ook niet begrijpen wat Jezus vandaag tot ons zegt in het evangelie. En zeg nu eens eerlijk, wie zou het hem kwalijk kunnen nemen? Net als vorige week, lijkt Jezus hier bijna onmogelijke dingen te vragen. Zelfs als je probeert zoveel mogelijk mensen lief te hebben, op een positieve manier te benaderen, als mens … dan nog botsen we als mens op grenzen. Zelfs voor mensen die bidden en die gedragen worden door een christelijke gemeenschap zoals de zuster in de film, lijkt dat niet zo evident. En toch is het dat waartoe Jezus Zijn volgelingen vandaag uitnodigt. Wie niet begrijpt waarom Jezus zo’n hoge eisen stelt, vindt de sleutel in het laatste vers: wees onverdeeld goed, zoals de hemelse Vader onverdeeld goed is. Met andere woorden: probeer zo goed te zijn als je hemelse Vader. Daar begint alles.

Hoe ondoenbaar Jezus’ oproep vandaag in bepaalde gevallen mag lijken, toch blijkt dat die oproep niet in dovemansoren gevallen is. Ik heb het dan niet  alleen over grote namen die bekend geworden zijn omdat ze in staat waren hun vijanden te vergeven, zoals paus Johannes Paulus II zijn “aanvaller” vergaf. Ik heb het dan over iets wat mensen tegen elkaar zeggen als er iets ergs gebeurt: “dat wens je je vijand nog niet toe”. Ik meen dat daar een eerste, zeer bescheiden stap in zit om uiteindelijk te kunnen komen tot het ideaal dat Jezus ons vandaag voorlegt. Waarom zeggen mensen zo iets? Omdat ze op het moment dat zoiets gebeurt, zich in de plaats stellen van de mensen die slachtoffer zijn of die overblijven. En dan wordt een mens zo mild dat je dat zelfs je vijand niet toewenst. Als het heel erg wordt, dan verdwijnt het vijanddenken wat. Dat betekent niet dat die ander opeens geen vijand meer is, wel dat je hem/haar niks ergs toewenst. Jezus vraagt niet om geen vijanden meer te hebben wel om er voor te bidden.  Ze niks ergs toewensen of bidden, het ligt misschien niet zo ver uiteen als we zouden denken. Misschien, als we over de eerste schok van de woorden heen zijn, kome we tot het besluit dat dit misschien toch wel doenbaar is. Is het niet mogelijk dat we in onze vijand toch ook nog een mens kunnen zien? Kunnen we, hoe wreed de dingen zijn die Michele Martin gedaan heeft, er toch in komen dat er zusters zijn die haar een plek willen bieden? Maar begrijpen we ook dat er mensen zijn die het daar moeilijk mee hebben? Want het is uiteraard niet de bedoeling dat mensen die er in slagen hun vijand lief te hebben mensen die dat niet kunnen, scheef gaan bekijken want dan creëren we nieuwe vijanden.

Dit evangelie is zeker niet gemakkelijk, maar toch is het goed nieuws want het vertrekt vanuit het gelovig vertrouwen dat God goed wil zijn voor ieder van ons. Ik ben geen moordenaar of verkrachter, maar ik doe ook soms wel eens dingen die anders en beter zouden kunnen en toch mag ik er op rekenen dat God achter mij blijft staan. Dat is al fantastisch, maar als we dan mogen ervaren dat er ook een mens is die achter ons blijft staan, dan wordt dat godsvertrouwen concreet. Jezus nodigt ons uit om die mens te worden in wie mensen altijd mogen ontdekken dat ze dieper kijken dan uiterlijkheden, dan wat men zegt of doet.  Hij vraagt ons om in deze wereld kenbaar te maken dat God elke mens lief heeft, ook al begrijpen we dat soms niet en zijn we niet akkoord, toch zal God ook die mens graag blijven zien. Dat mogen wij ervaren, maar ook diegene die wij een minder warm hart toedragen. Als we in die liefde willen groeien, dan zijn we op de goede weg, dan mogen we het steile bergpad opgaan waar Jezus ons deze woorden bracht. En dat kan alleen maar door gebed en een gemeenschap die je draagt, dat zei ik vorige week al en dat blijft onveranderd.