34e zondag door het jaar C (2013)

Bent u koningsgezind of bent u fervent republikein? Vindt u koningschap iets van het verleden of past het ook wel in de 21e eeuw? Het zijn vragen die bij me opkomen bij het feest vandaag op de 34e en laatste zondag door het jaar.

Een stukje geschiedenis: Paus Pius XI heeft dit feest in 1925 ingesteld. Hij wilde toen een teken stellen tegen de opkomst van het atheïsme en de secularisatie van de maatschappij. Vandaag, bijna 90 jaar later, lijkt de tijd niet veel te zijn veranderd. In 1970 is het feest wat aangepast en is de aandacht meer komen te liggen op de kosmische dimensie; Christus is Koning van het heelal. Daarmee is het niet zozeer een afzetten tegen de atheïsme en secularisme, maar eerder een poging positief duidelijk te maken hoever het koningschap van Christus reikt. Dit feest wil tegelijk ook de aandacht richten op de toekomst, de eindtijd, waarin Christus alles in allen zal zijn. Zo is het feest een soort brug van de zondagen door het jaar naar de Advent, waarin we de komst van Christus gedenken. Hierin komt ook vooral de geestelijke aard van Christus; koningschap naar voren; zoals Jezus Zelf zegt: “Mijn koningschap is niet van deze wereld” (Joh. 18, 36)

Toen paus Pius XI dit feest instelde heeft hij vast en zeker de problematiek van het koningschap onder ogen gezien. Israël zelf had altijd al problemen met hun koningen. In feite zijn er maar twee belangrijke koningen geweest; David en Salomo. De latere koningen waren koning over een verdeeld koninkrijk en velen van hen waren geen toonbeeld van geloof. Waarom heeft de toenmalige paus dan toch voor de titel “Christus Koning” gekozen. Had hij niet beter kunnen kiezen voor Christus de Goede Herder of “Christus, de Weg, de Waarheid en het leven”, of een andere titel?

Ik denk dat welke titel er ook gekozen was, er altijd bedenkingen waren geweest en hoe algemener de titel, hoe nietszeggender het feest. Christus Koning prikkelt ons ook in deze tijd om na te denken over dat oude Bijbelse begrip koning. Stel dat in de toekomst overal op aarde de monarchieën zijn vervangen door republieken en alle koningen van hun troon zijn gestoten, dan nog zal de Kerk gewoon het feest van Christus Koning vieren, want dat koningschap van Christus is niet van deze wereld.

Waarom is dit feest dan nog steeds van belang voor ons? Dat is dezelfde vraag waarom wij de Bijbel lezen, waarom wij het Evangelie verkondigen, waarom we heiligen van eeuwen geleden gedenken. Het heden bestaat bij de gratie van het verleden en in het heden ligt de kiem voor de toekomst.

Het koningschap van Christus omvat tijd en eeuwigheid. In de woestijn zien we Jezus bekoord worden door de duivel. Hij laat hem alle koninkrijken op aarde zien en zegt: “Dit alles zal ik je geven, als je in aanbidding voor mij neervalt”. Jezus' antwoord is duidelijk. Ge zult de Heer uw God aanbidden en Hem alleen dienen. Christus is koning in de dienst aan zijn hemelse Vader en in zijn dienst aan de mensen. Op Palmzondag is het ook een beetje Christus Koning. Dan zien we de Koning zitten op een ezeltje, zachtmoedig en nederig van hart. Staande voor Pilatus is het ook Christus Koning. “Gij zijt dus toch koning?”

Jezus antwoordde: “Ja, koning ben Ik ...”

Het koningschap van Christus komt op zoveel plaatsen terug. Als ze de doornenkroon op zijn hoofd duwen is het Christus Koning. Als ze de spotmantel om Hem heen leggen en de rietstok als scepter in zijn hand stoppen is het Christus Koning. Maar uiteindelijk gaat het om de vraag of Hij koning mag zijn in mijn leven.

Jezus is afgewezen door de machthebbers. Ze hadden niets aan Hem. Integendeel, Hij was lastig en zijn manier van koning zijn leek hun niet aantrekkelijk, daar hadden ze niets bij te winnen. Anderen, met goede bedoelingen, hebben niet begrepen dat het koningschap van Jezus het echte koningschap van God weerspiegelt. In Jezus kunnen we zien hoe God koning is en wil zijn. Niet met macht en spectaculaire daden, maar in eenvoud en goedheid.

Het feest van Christus koning mag ons elk jaar opnieuw aan het denken zetten over onze wereld en over onszelf. Wat voor samenleving bouwen wij op? Is het een samenleving waarin kleine mensen tot hun recht komen, waar oog is voor iedereen, waar iedereen zich inspant voor goedheid en liefde, voor recht en gerechtigheid, voor trouw en eenheid? Als de maatschappij zo vorm krijgt zal iedereen Christus herkennen en spontaan erkennen dat Hij in dit alles de top is, de beste, de hoogste, de grootste, de Koning.

Het feest van Christus Koning onttrekt zich aan alle debatten over koningschap monarchie en republiek. Het onttrekt zich aan alle debatten omtrent politieke macht en politieke voorkeuren. Het feest van Christus Koning gaat over de geest, het gaat over ons innerlijk. Alleen als wij de goedheid van Christus als onze leidraad nemen, zijn dienstbaarheid, zijn geloof, zijn voorbeeld, alleen dan kan Hij koning zijn.

In het Evangelie van vandaag worden we eraan herinnerd dat Jezus zichzelf niet heeft gered van de kruisdood. Hij heeft zijn eigen hachje niet gered. Hij kwam niet voor zichzelf op. Hij ging de enige weg, de laatste mogelijkheid die ons verlossing kon brengen. Zo groot is zijn liefde voor ons. Daarom heeft Hij alleen het recht onze Koning te zijn, in eeuwigheid. Amen.