Met mildheid en geduld

Mijn preek vandaag kan ik in één zinnetje samenvatten: "wij zijn Gods camembert...".

Maar voor iedereen nu de kerk uitloopt omdat de preek toch al gedaan zou zijn, wil ik dat wel proberen uit te leggen. En dat zinnetje heeft we degelijk met ons evangelie te maken.

Er zijn evangelieteksten die leuk zijn om te horen. Vandaag is dat zeker het geval: die Zacheüs lijkt een sympathieke gast, het verhaal is grappig – dat klein manneke dat niet doorgelaten wordt, we zien hem op korte beentjes crossen naar die boom, zijn geklauter, en dan het happy end.

Dit is evangelie: blijde boodschap. En ze begint al in de eerste lezing. "...alles wat bestaat hebt U lief en U verafschuwt niets van wat U gemaakt hebt; als U iets zou haten, zou U het niet geschapen hebben...".

God ziet de mensen graag, én Hij heeft geduld met hen: "... U telt de zonden van de mensen niet, om hen tot inkeer te laten komen...".

Want we mogen ons niet vergissen: dit is wel een plezant verhaal, maar het gaat over serieuze dingen. Zacheüs is geen heilige. Het is een beetje ironisch dat zijn naam betekent: "rechtschapene". Het is niet voor niets dat de andere Joden hem de rug toekeren, en hij bekent het zelf ook: hij heeft mensen uitgebuit, en nog geen klein beetje. Maar hij is ook een schepsel Gods, dat wil zeggen: in de kern is hij goed. En Jezus laat het goede in hem naar boven komen.

Dat begint al voor hij Jezus ontmoet.

Er staat in de tekst niet: "hij wou Jezus zien", maar "hij  wilde wel eens zien wat Jezus voor iemand was". Dat is toch wel een verschil: hij komt niet mee op straat om naar een vedette, een koning, voetballer te gapen, neen, hij is geïnteresseerd in "wat Jezus voor iemand was". Hij wilde meer weten over Jezus, iets, het goede in hem, trekt hem aan tot wat die man betekent.

En zoals dikwijls in het evangelie, worden de rollen omgedraaid.   Want het is Jezus die ziet wat voor iemand Zacheüs is: een zoon van Abraham, iemand die de kans verdient om zijn leven te kunnen beteren, iemand in wie veel meer zit dan wat hij schijnt te zijn. En het verhaal is zo goed verteld dat we waarschijnlijk niet door hebben dat het niet helemaal klopt: hoe weet Jezus dat Zacheüs daar in die boom zit te koekeloeren?

En nog straffer: hoe kent hij zijn naam? Ik denk aan het lied: "God die ons heeft voorzien, en kent bij onze naam..." Zacheüs wou weten wat voor iemand Jezus was. Jezus weet wat voor iemand Zacheüs is. Hij doorgrondt hem.

Er steekt tussen de regels een verwijzing in dit verhaal naar een andere passage in het Lucasevangelie. Zacheüs woont in Jericho, Jezus trok door die stad om naar Jeruzalem te gaan. Op de weg tussen Jeruzalem en Jericho ontfermde de Samaritaan zich over de uitgestoten, gekwetste man waar anderen omheen liepen.

Zo doet ook Jezus: hij neemt van die tollenaar, van die zondaar, geen afstand, neen, hij wordt letterlijk zijn "naaste": hij neemt bij hem zijn intrek. Hij trekt zich Zacheüs aan. Hij wekt het goede in Zacheüs tot nieuw leven. In het handelen van Jezus kunnen wij zien hoe God met zijn mensen omgaat. God heeft geduld. Hij gelooft in ons. Hij vertrouwt er op dat het goede in ons vroeg of laat naar boven zal komen.

Zacheüs bekeert zich, Gods geduld wordt beloond. En, zoals bij de prediking van Johannes de Doper, vraagt die bekering geen spectaculaire heldendaden: gewoon het goede doen en het goede doen in het gewone: niemand afpersen, rechtvaardig zijn, en delen als het kan. De Blijde Boodschap is ook geruststellend.

Een wijze lerares zei eens aan bezorgde ouders, die terecht inzaten met de puberkuren van hun zoon: "zo'n kind is als een camembert. Heb geduld, dat zal rijpen".

Laten wij dan ook heel veel geduld met elkaar hebben, en blijven geloven dat de verborgen goedheid van onze naaste wel zal rijpen. Dan zullen wij er ook op kunnen rekenen dat die anderen  met ons geduld hebben.

Ook dat is ook soms hard nodig.

03-11-2013 om 21:19 geschreven door de preekploeg