Geef aan God wat aan God toekomt.

 

Overal in de wereldkerk is het missiezondag. Optimisten beweren dat er nog nooit een tijd geweest is waarin de God van Jezus zo gekend was als nu. Is er één land, waar geen christenen leven? Het evangelie gaat zijn weg en God kiest daartoe mensen. Zo heeft Hij ooit de Perzische vorst Cyrus, een niet jood, bij de hand genomen. “Als de Voorzienigheid ons laat leven met onze diverse religies, dan moet er in iedere religie toch iets waars zitten. Dat is een aspect van het geloof in de Voorzienigheid: geloven in de geheiligde betekenis van wat anderen geloven. Het betekent ook dat tolerantie alleen niet genoeg is. Nu het Oosten dichterbij gekomen is, hebben wij bijna de plicht om die religies zorgvuldig te bestuderen, want het kan ons helpen om onze eigen religie beter te begrijpen. Vooral in deze tijd, waarin het grootste probleem lawaai en actie is, is het goed vertrouwd te worden met de zin van contemplatie en meditatie” (Louis Dupré in Lucette Verboven, Pelgrim in het leven, p. 109).

Muntstukken

Op een schitterende wijze ontsnapt Jezus aan de strikvraag, hem voorgelegd door het monsterverbond van Herodianen en Farizeeën. Hij doorziet hun boosheid om hem met vleierij in de val te lokken. Zijn tegenstanders hadden een muntstuk bij zich met het beeltenis van de keizer erop. De keizer was het hoofd van de bezettende macht. Hoe zou Jezus reageren, wanneer hij zichzelf elf eeuwen later afgebeeld ziet op Byzantijnse muntstukken? Wat zou hij zeggen, wanneer hij een muntstuk uit de Verenigde Staten in de hand krijgt met het inschrift ‘In God we trust’ en hij daarbij weet dat de naam van God misbruikt wordt om oorlog te voeren? Hoe zal Jezus antwoorden op onze strikvraag, wanneer wij onze Euromuntstukken bovenhalen met op de keerzijde een nationaal symbool?

Jezus wilde geen politieke Messias zijn die heerst door geweld, maar verkoos veeleer zich te noemen de Mensenzoon die gekomen is ‘om te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen’ (Mc. 10, 45). De burgerlijke macht en haar rechten erkende Hij en Hij beval aan de keizer de belasting te betalen, maar leerde duidelijk, dat de hogere rechten van God dienen te worden geëerbiedigd” (Verklaring over de godsdienstvrijheid n° 11).

Verhouding tussen politiek en wereldbeschouwing

In het woord van Jezus: “Geef aan de keizer wat aan de keizer toekomt” liggen vragen besloten van de jonge kerk tegenover het gezag. Zij was een kleine gemeenschap. Ze erkende het burgerlijk gezag, maar was overtuigd dat God op de eerste plaats komt. Jezus heeft een krachtige stelregel ingevoerd, maar deze heeft niet altijd goed gefunctioneerd. 

Hoe de scheidingslijn trekken? De keizer moet toch ook aan God gehoorzamen. En wie de naam van God aanroept, mag zich niet in de plaats van God stellen. Drie collecteurs wilden na een omhaling uitmaken welk deel bestemd was voor de eigen gemeenschap en welk voor het groter geheel. De eerste trok een lijn in de schaal. Wat links lag, was voor de lokale gemeenschap en wat rechts lag, voor de interkerkelijke solidariteit. Een tweede trok op de vloer een kring.  Hij schudde het geld uit de schaal. Wat binnen de kring lag, bleef ter plaatse en wat er naast kwam, ging naar een ander doel. De derde had een andere methode. Hij wierp alles naar omhoog en liet de Heer God van hierboven zelf uitmaken wat Hij voor zich zou nemen.

Wat is van God en wat is van de keizer? Wij hebben in het Westen deze stelregel gebruikt om de verhouding te ordenen tussen de burgerlijke maatschappij en de godsdienst. Het heeft geleid tot de scheiding van Kerk en Staat. De ene moet niet in de plaats van de andere komen. Dit is nochtans vaak gebeurd. Tot aan de Franse revolutie riep de Kerk de hulp in van de burgerlijke macht om kerkelijke overtredingen te bestraffen. In een aantal landen heeft de Staat de vrijheid van de Kerk willen inperken en haar aan banden leggen. De kerken hebben het niet altijd gemakkelijk gehad om de autonomie van het burgerlijke te erkennen en om de democratie als staatsvorm te aanvaarden. De katholieke kerk heeft tijdens het tweede Vaticaans concilie een belangrijke stap gezet met de verklaring over de godsdienstvrijheid. “Deze vrijheid bestaat hierin, dat in godsdienstige aangelegenheden niemand wordt gedwongen te handelen tegen zijn geweten in, noch wordt belemmerd om, binnen passende grenzen, privé of publiek, alleen of samen met anderen volgens zijn geweten te handelen” (Verklaring over de godsdienstvrijheid n° 2).

Het woord van Jezus “Geef aan de keizer wat de keizer toekomt, en aan God wat God toekomt” drukt kernachtig uit waarover het in de evangelisatie gaat.  Niet alles willen doen en aanpakken, niet over alles willen heersen, maar er voor zorgen dat aan God gegeven wordt wat Hem toekomt.

De alliantie tussen troon en altaar uit het oude regiem bestaat in een aantal Islamitische gebieden, die zoals in enkele Nigeriaanse provincies de “charia” invoeren. Naast degenen die de islam willen moderniseren, willen anderen de moderniteit islamiseren. Vooral sinds juni 2014 heeft IS (Islamitische Staat in Irak en de Levant) al zoveel mensen verdreven en gedood. Gedwongen volksverhuizingen, vernietiging van cultusplaatsen en onrecht in heel wat regio’s wereldwijd, gruwelijke moord op journalisten. Op 21 augustus legden aartsbisschop Léonard, opperrabbijn Guigui en Noureddine Smaili hierover een gemeenschappelijke verklaring af:

Als vertegenwoordigers van de drie monotheïstische godsdiensten, vinden we het onze plicht om alle wandaden begaan in naam van de religie streng te veroordelen. Geen enkele godsdienst heeft het recht de stabiliteit, de vrede en de samenhorigheid van een samenleving op het spel zetten. Dat druist juist in tegen de kern van elke religie die precies het samenleven en het menselijke leven op aarde wil bevorderen en behoeden. Niets kan het verjagen of uitroeien van etnische minderheden op basis van godsdienstige of welke redenen dan ook rechtvaardigen. Ook al probeert men de oorsprong en de varianten van de conflicten die in deze regio’s woeden te begrijpen, toch blijft het verbazen hoe bepaalde discours het geloof ‘instrumentaliseren’ om bevolkingsgroepen ertoe over te halen zich te laten meevoeren in een oorlog tussen beschavingen of tussen religieuze gemeenschappen.

Los van elk politiek gelegenheidsdiscours veroordelen wij daarom ten stelligste elke vorm van geweld in naam van religie. Wij willen iedereen uitdrukkelijk oproepen tot respect voor zijn medemens ongeacht zijn levensovertuiging, ras, huidskleur, etnische of culturele origine. Wij distantiëren ons nadrukkelijk van elk discours, verpakt als geloofsoproep, dat zou kunnen verward worden met het aanzetten tot verdrukking van andermans geloofsovertuiging.

Politiek is niet los te maken van een levensbeschouwing (René Rémond). Godsdienst en levensbeschouwing terugdringen naar de privékamer is niet goed. De burger mag zijn visie op ethische zaken uiten en ze opvolgen. Wie zijn inzicht publiekelijk uitdrukt, is daarom nog niet intolerant.

Missio dienst aan God tot geluk van de mens

In China groeit het aantal christenen. De kerken hebben het er nochtans moeilijk. Openlijk kunnen alleen die kerken optreden die door de regering erkend en toegelaten zijn. Een van hun bisschoppen nam als bisschopsleuze “Geef aan de keizer wat aan de keizer toekomt, en aan God wat aan God toekomt.” Dit in het dagelijkse leven beleven, dit is daar en op andere plaatsen heel moeilijk. Vandaar vervolging van de christenen. Paus Franciscus heeft de Chinese president Xi Jinping in een brief persoonlijk uitgenodigd voor een bezoek aan het Vaticaan. De paus wenst met de Chinese president te overleggen over de vrede in de wereld. De toenadering met Azië ligt paus Franckiscus nauw aan het hart. Als jonge jezuïet hoopte hij op een zending naar Japan.

Op missiezondag verdiepen wij het bewustzijn dat wij aan God moeten geven wat Hem toekomt. “De mooiste dienst die wij in een pluralistische samenleving kunnen bewijzen is het evangelie van Gods liefde te blijven aanbieden. Omdat wij geloven dat een mens niet leeft van brood alleen, maar vooral van de liefde van God. Dat geloof dat wij zelf hebben mogen ontvangen, willen wij delen met anderen” (Jan Dumon).

Oktober als missiemaand wijst op ons aller opdracht als gedoopte mee te werken aan een missionaire omvorming van de Kerk. Samen kunnen wij veel. “Als de muizen samenspannen, verplaatsen ze samen een olifant.”