Om antwoord wordt verzocht!

Beste vrienden,

  1. a. w. v. Vier letters die me enige tijd geleden heel wat hoofdbrekens hebben bezorgd. Ik kreeg een mooie kaart, zoals men die nu eenmaal krijgt wanneer je op een feest wordt uitgenodigd. En onderaan die kaart stonden dan die vier letters O.a.w.v.

Nu ben ik er al wel aan gewend dat in onze dagen alles wordt afgekort, maar hoezeer ik er ook over nadacht, de betekenis van deze afkorting viel me echt niet te binnen. Het was pas door de bijgevoegde antwoordkaart dat ik op het goede spoor kwam. O.a.w.v., natuurlijk: “Om antwoord wordt verzocht”, dat was de betekenis van die geheimzinnige afkorting.

Ik had er eigenlijk al veel vroeger op moeten komen, want wat interesseert de afzender van zo’n uitnodiging meer, dan het antwoord op de vraag, of ik ook echt zal komen, of ik aan zijn feest ook werkelijk zal willen of kunnen deelnemen: Om antwoord wordt verzocht. Ik heb dan ook onmiddellijk aan het verzoek voldaan en de kaart per omgaande teruggestuurd. Dat is tenslotte beleefd, en zo wordt het, volledig terecht, ook verwacht door de afzender. Ik zou ook uit mijn humeur zijn wanneer ik iemand zou uitnodigen, en die zich pas zou verontschuldigen wanneer alles reeds is voorbereid en besteld.

Daarom kan ik het zeer goed begrijpen, wanneer iemand in een dergelijk geval humeurig reageert. En daarom begrijp ik ook de koning uit Jezus’ parabel zeer goed. Wie zou er niet kwaad zijn wanneer het huwelijksfeest voor zijn zoon reeds helemaal bereid is en de gasten dan op het allerlaatste ogenblik toch niet willen komen.

Ze hebben er de hele tijd omheen gedraaid; zo naar het motto: we willen eigenlijk wel; in principe wel...” maar wanneer het er dan op aan komt, dan hebben ze plots iets anders voor! En dan zou je niet kwaad mogen worden!  Ik kan die koning zeer goed begrijpen.

Hij kan er natuurlijk niet vanuit gaan dat iedereen die hij heeft uitgenodigd, ook werkelijk zal komen, maar dan moeten ze ook klaar en duidelijk laten weten of ze de uitnodiging aannemen of niet. Dat is wel het minste wat de gastheer mag verwachten, om het even of hij een koning, een gewone bruidegom of God zelf is.  

Want ook God is gastheer. Hij nodigt uit op een feest, een enorm groot feest dat zelfs ook nog eeuwig zal duren. Wij moeten maar één ding doen: we moeten op Zijn vraag antwoorden, want wij, ieder van ons, wij zijn de gasten.

En God wacht eenvoudig en heel aandoenlijk op ons antwoord op zijn uitnodiging. Hij wil gewoon weten of wij ook echt willen komen. Hij wil een duidelijk “Ja” op zijn uitnodiging!

Nu zijn er velen onder ons die zich nu achteroverleunen en zeggen: „Dat is reeds lang gebeurd! Dat antwoord heb ik al jaren geleden gegeven!” Want de meesten onder ons zijn er toch reeds bij zolang ze zich kunnen herinneren. En natuurlijk willen we bij die God horen en hebben we zijn uitnodiging aangenomen.

Maar juist wanneer dat het geval is moeten we toch zeer voorzichtig zijn. Ja-woorden die we reeds lang geleden hebben gegeven, die zouden we af en toe nog eens grondig moeten bekijken. Dikwijls gebeurt het namelijk dat een klaar en duidelijk “JA”, zeer langzaam een verdoken evolueert naar een “JA maar”. En dat is dan de eerste stap naar een beteuterd “Ja en nee”. Maar met zo’n “ja en neen” kan geen enkele gastheer iets aanvangen.

Wanneer iemand klaar en duidelijk zegt dat hij niet wil, daar kan je misschien mee leven, maar wanneer iemand eerst “ja” zegt en dan weer “neen”, dan hoort die toch wel overal tot het soort gasten waarvan de gastheer denkt dat ze het eigenlijk niet waard zijn om uitgenodigd te worden.

De meesten onder ons hebben hun antwoordkaarten reeds lang geleden teruggestuurd, ze hebben hun “JA” reeds vroegtijdig uitgesproken. Maar het zou misschien niet slecht zijn om dat Jawoord nog eens te bevestigen. Dan hoort de gastheer: “Je kan op mij rekenen, ik kom zeker!” Laten we het Hem rustig nog een keer weten, want: Om antwoord wordt verzocht!  Amen