2e zondag door het jaar A - 2020

Zusters en broeders,

Meer dan waarschijnlijk hebben we het allemaal al meegemaakt, en zullen we het nog wel eens meemaken: We kennen iemand oppervlakkig, of alleen van ziens, en toch hebben we een idee over hoe die man of vrouw is. We denken dus dat we hem of haar kennen, niet helemaal, maar toch genoeg om te weten hoe hij of zij is. En waarop is die zogenaamde kennis gebouwd? Dat kan zijn op het uiterlijk, op wat we weten van horen zeggen, op het werk dat hij of zij doet, het huis waar hij of zij woont, kortom, alleen op uiterlijke dingen. En als we hem of haar echt leren kennen, blijkt die soms helemaal anders te zijn dan we dachten.

Iemand echt kennen: daarover gaat het evangelie van vandaag. Johannes de Doper ziet Jezus, en hij zegt dingen die zeker niet op het uiterlijke en op een oppervlakkige kennis steunen. En het is ook niet niets wat hij zegt. ‘Zie, het Lam Gods dat de zonde van de wereld wegneemt’, en alsof dit nog niet diepgaand genoeg is, voegt hij daaraan toe: ‘Deze is de Zoon van God.’

Jezus is dus het Lam Gods dat de zonde van de wereld wegneemt. We kennen die woorden. We zullen ze straks drie keer zingen, en ze worden nog eens herhaald net voor de heilige  communie. Het zijn dus zeer belangrijke woorden, en ze zeggen ons meteen wie Jezus is: geen roofdier, geen wreedaard, maar een lam, en dat is een lief maar ook kwetsbaar diertje. En Hij is geen gewoon lammetje, maar het Lam Gods dat de zonden van de wereld wegneemt, Hij is de Zoon van God.

Jezus neemt dus de zonden van de wereld weg. Dat wil niet zeggen dat Hij onze zonden en die van alle mensen meeneemt bij zijn hemelvaart, maar wel dat zonden van de wereld verdwijnen als wij, als alle mensen leven naar zijn woorden en daden. Als we dus leven naar zijn enige gebod: ‘Bemin God bovenal, en uw naaste gelijk uzelf.’ Doen we dat, dan verdwijnt de zonde van de wereld. En de zonde, dat is wat fout loopt, dat is wat de liefde en de vrede vernietigt, het goede en het onschuldige verplettert en het kwade en schuldige verheerlijkt. En die zonde heeft heel wat synoniemen: wreedheid, geweld, agressie, terrorisme, moord, oorlog, egoïsme, uitbuiting en nog tientallen andere woorden die de wereld onleefbaar maken, en die alle één ding gemeen hebben: ze wijzen het Lam Gods af, ze willen helemaal niet doen wat een God van liefde en vrede vraagt, en ze willen nog mùinder houden van hun naaste, van hun medemensen.

Jezus’ liefde daarentegen is zo groot dat Hij als Lam al die miserie op zich wil nemen, ook al kost Hem dat zijn leven. Je weet wat Hij antwoordde toen leerlingen van Johannes de Doper Hem later vroegen of Hij de Messias was op wie ze al eeuwen wachtten. Hij zei: ‘Blinden zien, en lammen lopen, melaatsen genezen en doven horen, doden staan op en aan armen wordt de Blijde Boodschap verkondigd.’ Dat betekent niet dat Jezus het ene mirakel na het andere doet, maar het zegt wel heel precies waarom Hij het Lam Gods is: zijn liefde gaat uit naar mensen in nood. Naar hen die verblind zijn door egoïsme, die verlamd zijn van ellende, die melaats zijn van zelfverheerlijking of onderdrukking, die doof zijn voor hun medemensen, die dood zijn van armoede, van uitbuiting, van terrorisme. Aan al die armen verkondigt Jezus de Blijde Boodschap. De Boodschap dat God liefde is, de Boodschap van liefde, vrede en gerechtigheid.

Zusters en broeders, Johannes de Doper was een wegbereider voor Jezus. Zijn wij dat ook? Proberen ook wij ‘een licht te zijn, zodat Gods heil tot aan de grenzen van de wereld zal gaan’, zoals in de eerste lezing gezegd wordt? Beseffen we dat we zo’n licht alleen kunnen zijn als we Jezus volgen? Alleen dan roepen we het kwade in onszelf halt toe en maken we ruimte voor het goede. Het goede dat we zo missen in deze wereld. Misschien durf ook jij nog nauwelijks de krant lezen of naar het nieuws luisteren of kijken, want je leest, hoort en ziet zoveel ellende, zoveel synoniemen van de zonde die de wereld onleefbaar maakt. Maar er zijn ook heel veel goede dingen, en die zijn er waar het goede het haalt van het kwade, waar liefde en vrede is, waar mensen zich inzetten voor hun medemensen. Laten we bidden dat we die weg zouden gaan, de weg van het goede, de weg van het Lam Gods dat de zonden van de wereld wegneemt, en laten we die weg ook voorleven voor onze medemensen. Amen.